Inleiding
Schildklier regulatie bij hyperthyreodie is een echte uitdaging. Hyperthyreodie wordt vaak gezien als een auto-immuun aandoeningstoring waarbij het afweersysteem antilichamen maakt tegen de TSH-receptoren. Deze antistoffen stimuleren de schildkliercellen waardoor er te veel schildklierhormoon geproduceerd wordt. Waarom ons lichaam deze antistoffen maakt is niet duidelijk. De hyperthyreoïdie kan worden behandeld met medicijnen, radioactief jodium of een schildklieroperatie. Medicamenteuze behandeling geniet regulier over het algemeen de voorkeur.
Kruidengeneesmiddelen worden hierbij nagenoeg nooit ingezet terwijl ze vaak toch goede resultaten opleveren. Ik gebruik in mijn artikel de lateinse benaming, aangezien de synoniemen niet altijd consequent naar de juiste lateinse namen verwijst.
Wanneer begin je met een behandeling met kruiden?
Uitgangspunt bij de behandeling van hyperthyreodie is altijd een goed bloedonderzoek waar fT4, T4, fT3, T3, TSH en TSH-receptor antistoffen bepaald worden en dat er sprake is van de ziekte van Graves en niet een toxisch adenoom of multinodulair struma. Tevens moet er inzicht zijn in het voedingspatroon van de client en moet deze bereidt zijn eventueel het voedingspatroon en de inname van specifieke supplementen (micro-nutriënten) te accepteren.
Als behandelaar hanteer ik de volgende stappen voordat ik begin met een kruiden behandeling: reduceren stress, aanvullen tekorten van micro-nutriënten en reductie van de pathogene lading bij de client. Denk hieraan bacteriële, virale en parasitaire infecties. Deze zijn deels ook via het bloedbeeld te achterhalen.
En wanneer stop je met een kruidenbehandeling?
Normaal gesproken wanneer de behandeling positieve resultaten oplevert, kan de reguliere behandelaar de strumazol dosering stapsgewijs verlagen. Dit proces vereist wel een samenspraak met de behandelaar en het regelmatig vaststellen van het bloedbeeld met de bovengenoemde schildkliermarkers. Wanneer de waarden blijven verslechteren en/of er een toxisch adenoom of multinodulair struma dreigt te ontwikkelen wordt de behandeling stop gezet.
Welke kruiden zet ik in?
Verschillende kruidengeneesmiddelen zijn enorm veelbelovend als het gaat om hyperthyroïdie aandoeningen. Van bijzonder belang zijn Wolfspoot (Lycopus virginicus), Waterandoorn (Lycopus europaeus), Waterhorehound (Lycopus lucidus of Lycopus americanus), Parelzaad (Lithospermum ruderale) en Europese Parelzaad (Lithospermum officinale). Citroenmelisse (Melissa officinalis) is ook veelbelovend bij de behandeling van hyperthyreoïdie, de werking van rozemarijn (Rosmarinus officinalis) en salie (Salvia officinalis) moeten verder wetenschappelijk worden onderzocht, gezien hun overeenkomsten met Citroenmelisse.
Blaasjeswier (Fucus vesiculosus), een bruine alg, neemt een unieke plaats in therapie in doordat het kruid wordt gebruikt voor de behandeling van zowel hyperthyreoïdie als hypothyreoïdie.
Waarom behandelen met kruiden?
Traditionele behandeling bestaat meestal uit medicatie met strumazol (thiamazol) dat de schildklierproductie afremt of thyroïdectomie. Deze behandelingen richten zich op het afremmen van het schildklier hormoon en niet op het corrigeren van de aanmaak van anti-lichamen tegen de eigen TSH-receptoren. Het behandelen met kruiden heeft een sterke causale benadering. Het behandelen met kruiden kan goed gecombineerd worden met een strumazol behandeling en gebeurt bij voorkeur in samenspraak met de reguliere behandelaar. Een holistische benadering van een overactieve schildklier is eveneens zinvol en draagt bij aan breed gedragen genezingsproces. In dit artikel beperkt ik mij tot de kruiden die ik bij een behandeling inzet. Ik heb een aantal clienten behandeld die kort voor een thyroïdectomie stonden. We waren in 24 maanden tijd in staat om de strumazol af te bouwen naar nul en thyroïdectomie als behandeloptie uit te sluiten.
Wolfspoot: een thyrosuppressivum
Amerikaanse Wolfspoot (Lycopus virginicus) komt oorspronkelijk uit Noord- Het kruid is een lid van de Lamiaceae (mint) familie. Veel andere leden van deze familie zijn ook thyrosuppressief, wat suggereert dat er in de Lamiaceae een gemeenschappelijke set bestanddelen aanwezig is die dezelfde activiteit hebben. De werkzame stoffen, zijn verschillende hydroxycinnaminezuur-afgeleide eenvoudige plantenzuren, zoals lithospermische, rosmarine-, cafeïne- en chlorogene zuren.
Ten minste drie andere Lycopus-soorten worden overal ter wereld op dezelfde manier gebruikt – Wolfspoot uit Europa, een Aziatische variëteit Waterhorehound (Lycopus exaltatus) uit Azië en een Noord-Amerikaanse variëteit van Wolfspoot. Ten minste één in-vitro-onderzoek heeft aangetoond dat extracten van europese Wolfspoot (Lycopus europaeus) en amerikaanse Wolfspoot (Lycopus virginicus) even effectief [i]zijn.

Historisch gezien zijn de effecten van Wolfspoot gerelateerd aan het hart en de longen. De bekende arts Harvey Wickes Felter schreef in 1922 dat Wolfspoot voornamelijk werd gebruikt bij ‘vasculaire opwinding, met een snelle, tumultueuze werking van het hart, maar zonder kracht[i]. Hij beschreef dit kruid ook als een remedie tegen bloedingen in verschillende organen, hoest en diabetes. Wolfspoot werd echter ook door behandelaars gebruikt voor de behandeling van slapeloosheid bij acute en chronische ziekten, en voor de behandeling van een struma. Een van de belangrijkste symptoombeelden voor het gebruik van het kruid was slapeloosheid met een buitensporig actieve bloedsomloop [ii]en snelle pols. Dit valt samen met het feit dat patiënten met hyperthyreoïdie vaak last hebben van slapeloosheid, hartkloppingen en tachycardie.
Wolfspoot en het extract (of die van Lycopus varianten) omvatten het vermogen om binding te remmen van de stimulerende antilichamen van de TSH receptoren op de schildkliercellen; het blokkeren [i]van de productie van schildklier stimulerend hormoon (TSH); afnemende perifere T4-de-iodinering; en mogelijke remming van het jodium metabolisme.
Het is aangetoond [ii]dat Lycopus varianten nog andere gedocumenteerde effecten hebben. Zoals bijvoorbeeld om de afscheiding van het luteïniserend hormoon (LH) en follikelstimulerend hormoon (FSH[iii]) te remmen. Het is aangetoond dat Wolfspoot de werkzaamheid verbetert van verschillende antibiotica tegen in vitro [iv]resistente microben. Meer recentelijk is Lycopus in Azië uitgebreider bestudeerd en heeft het enkele zeer interessante eigenschappen vertoond, zoals het produceren van antioxiderende activiteiten; afnemende viscositeit van het bloed; en heeft anti-allergische [v]effecten. Van oudsher zijn waterige extracten de meest bereide vorm van Wolfspoot en Lycopus varianten, hoewel de behandelaars vaak bereidingen op basis van alcohol gebruikten.
Tenminste één studie toonde aan dat tincturen die waren bereid met 70 procent ethanol veel hogere niveaus van de essentiële hydroxycinnaminezuur derivaten hadden dan bijvoorbeeld waterige extracten[vi]. Een typische dosis tinctuur is driemaal daags 2-4 ml voor een volwassene van gemiddelde grootte. Mogelijk is in eerste instantie meer nodig om de ernstigere symptomen van hyperthyroïdie te behandelen. In de praktijk zijn er weinig of geen nadelige effecten waargenomen met Wolfspoot, hoewel het kruid in theorie niet mag worden gegeven aan mensen met hypothyreoïdie of tijdens de zwangerschap.

De dubbele werking van blaaswier
Fucus vesiculosus (blaaswier) en nauw verwante bruinalgen in de familie Fucaceae – met name Fucus serratus – zijn helemaal geen planten, maar fotosynthetische protisten.
Blaaswier is van oudsher gebruikt om de schildklier te reguleren en te beschermen, ongeacht of deze hyperactief, normaal of hypoactief is. Blaaswier verbetert de opname van jodium door het metabolisme [i]van de schildklier te verbeteren. Blaaswier en andere zeewieren bevatten aanzienlijke maar variabele hoeveelheden jodium. Een studie naar commercieel verkrijgbare wieren in de Verenigde Staten toonde een bereik van 16 tot meer dan 8000 mcg / g jodium[ii]. Gedroogde blaaswier bevat over het algemeen ongeveer 0,05 procent jodium of 50 mcg / g.
De effecten van jodium op de schildklier zijn zeer complex en kunnen de mogelijkheid van blaaswier helpen verklaren om zowel mensen met hypothyroïdisme en hyperthyreoïdie te helpen (zie figuur 1). De Duitse Commissie E stelt dat dagelijkse inname van meer dan 150 mcg jodium van blaaswier kan hyperthyreoïdie veroorzaken of verergeren. De totale dagelijkse jodiuminname mag in het algemeen niet hoger zijn dan 1000 mcg, hoewel er een grote individuele variabiliteit in gevoeligheid [iii]is. In één onderzoek hadden gezonde proefpersonen die 2 of 4 capsules kelp (waarschijnlijk Laminaria) per dag kregen significante verhogingen van TSH-spiegels en verlaagde T3-spiegels in vergelijking met baseline, terwijl patiënten het nemen van alfalfacapsules dergelijke veranderingen [iv]niet hadden.
De essentie is dat de echte effecten van blaaswier bij patiënten met schildklieraandoeningen onbekend zijn, maar een lage suppletie waarschijnlijk veilig is bij de meeste patiënten. Patiënten met een duidelijk jodiumtekort kunnen redelijke hoeveelheden jodium verkrijgen door dagelijks 1-2 g gedroogd blaaswier te eten. Iedereen die duidelijk meer dan 1000 mcg jodium per dag binnenkrijgt, zal waarschijnlijk hier geen baat hebben en kan worden geschaad door suppletie met bladerwieren.
Het gebruik van blaaswier moet goed worden bewaakt i.v.m. mogelijke interacties met bloedverdunnende en schildklier medicatie.
Conclusies
Gezien het veelbelovende preklinische onderzoek en empirische resultaten uit de klinische praktijk, zouden Lycopus varianten, citroenmelisse, Lithospermum, en mogelijk andere Lamiaceae-familieplanten verder bestudeerd moeten als relatief veilige en goedkope alternatieven voor thyrosuppressiva.
Uit eigen ervaring in mijn praktijk heb ik hiermee zeer goede resultaten bereikt.
Voor vragen kun je gebruik maken van het gratis telefonisch consult (15 min).

[i] Geert Verhelst, Groothandboek Geneeskrachtige kruiden, 3e druk 2008 ISBN 90 807784 2 7
[ii] Teas J, Pino S, Critchley A, Braverman LE. Variability of iodine content in common commercially available edible seaweeds. Thyroid 2004;14:836–841.
[iii] Pennington JA. A review of iodine toxicity reports. J Am Diet Assoc 1990;90:1571–1581.
[iv] Clark CD, Bassett B, Burge MR. Effects of kelp supplementation on thyroid function in euthyroid subjects. Endocr Pract 2003;9:363–969
[i] Auf’mkolk M, Ingbar JC, et al. Extracts and auto-oxidized constituents of certain plants inhibit the receptor-binding and biological activity of Graves’ disease immunoglobulins. Endocrinology 1985;116:1687–1693.
[ii] Hiller E, Deglmann H. The effect of Lycopus europeus extracts on the distribution of iodine in human serum [in German]. Arzneim Forsch1955;5:465–470.
[iii] Sourgens H, Winteroff H, Gumbinger HG, Kemper FH. Anti-hormonal effects of plant extracts: TSH and prolactin-suppressing properties of Lithospermum officinale and other plants. Planta Med 1982;45:78–86.
[iv] Gibbons S, Oluwatuyi M, Veitch NC, Gray AI. Bacterial resistance modifying agents from Lycopus europaeus. Phytochemistry 2003;62:83–87.
[v] Shi HZ, Gao NN, Li YZ, et al. Effects of L.F04, the active fraction of Lycopus lucidus, on erythrocytes rheological property. Chin J Integr Med2005;11:132–135.
Woo ER, Piao MS. Antioxidative constituents from Lycopus lucidus. Arch Pharm Res 2004;27:173–176.
Shin TY, Kim SH, Suk K, et al. Anti-allergic effects of Lycopus luciduson mast cell-mediated allergy model. Toxicol Appl Pharmacol2005;209:255–262.
[vi] Winteroff H, Gumbinger HG, Sourgens H. On the antigonadotropic activity of Lithospermumand Lycopus species and some of their phenolic constituents. Planta Med 1988;54:101–106.
[i] Felter HW. Eclectic Materia Medica: Pharmacology and Therapeutics. Sandy, OR: Eclectic Medical Publications, 1922; reprinted 1998.
[ii] Felter HW, Lloyd JU. King’s American Dispensatory. Sandy OR: Eclectic Medical Publications, 1983.
[i] Auf’mkolk M, Ingbar JC, Amir SM, et al. Inhibition by certain plant extracts of the binding and adenylate cyclase stimulatory effect of bovine thyrotropin in human thyroid membrane. Endocrinology1984;115:527–534.